Midden september werd duidelijk dat het ontbrekend gedeelte van het tweerichtingsfietspad tussen de Blauwhuisstraat in Wildenburg en de Torenweg aan het Aanwijs langs de oostelijke kant van de  N370 er niet meteen zal komen. “De vzw Bescherm Bomen en Natuur diende met succes bezwaar in tegen deze vergunning omdat er een flink stuk natuur zou verdwijnen. De Vlaamse overheid besliste daarom recent om een nieuw traject op te starten met bijhorende nieuwe omgevingsaanvraag. Dat betekent dat de ontwerpstudie opnieuw moet gebeuren met de verschillende actoren in de projectstuurgroep”, stelt Pieter-Jan Verhoye van N-VA Wingene-Zwevezele.

Alternatief tracé van 2,8 kilometer

N-VA Beernem en N-VA Wingene-Zwevezele zochten naar een mogelijke oplossing en stellen nu voor om een alternatief tracé te onderzoeken. “Het gaat om een bestaande fietsroute via het knooppuntennetwerk van het Brugse Ommeland. Specifiek gaat over de route die loopt via de knooppunten 29, 28, 32 en 39. Dit traject start aan het bestaande fietspad ter hoogte van parking Aanwijs en strekt zich uit via een semiverhard fietspad door het Bulskampveld en langs de Oude Bruggeweg tot aan de Blauwhuisstraat in Wingene. Dit tracé is vrij autoluw en is 2,8 kilometer lang. Ter vergelijking, de route langs de N370 tussen het Aanwijs en de Blauwhuisstraat is 2,2 km”, weet Lode Vanneste van N-VA Beernem.

Natuur blijft behouden langs N370

De aanleg van een volwaardig dubbelrichtingsfietspad langs de bestaande fietsroute kan bijzonder snel gebeuren en met een minimum aan investeringen. “Bovendien dient er geen strook bosrand van 2,2 kilometer gerooid te worden, verdwijnt er geen natuur en zijn er geen onteigeningen nodig langs de Beernemsteenweg. Uiteraard moet dit fietspad zo goed mogelijk worden geïntegreerd in de omgeving van Bulskampveld met het juiste type van verharding. Ook intelligente en milieuvriendelijke verlichting met een detectiesysteem zal aangewezen zijn. Wij vragen aan de twee gemeentebesturen om dit alternatief grondig te onderzoeken en in dialoog te gaan met Agentschap Wegen en Verkeer en de provincie West-Vlaanderen”, besluiten Verhoye en Vanneste.