PFAS-onderzoek Vaart-Zuid Beernem blijft aanslepen
Het PFAS-onderzoek op het kanaaleiland Vaart-Zuid in Beernem is opnieuw niet afgerond. Uit het antwoord van Vlaams minister van Omgeving Jo Brouns blijkt dat het beschrijvend bodemonderzoek nog steeds niet werd ingediend bij de OVAM en nu pas tegen 1 februari 2026 wordt verwacht. “Voor de mensen die in en rond Vaart-Zuid wonen, duurt dit onderzoek veel te lang. Zij leven al geruime tijd met vragen en onzekerheid over hun leefomgeving en gezondheid, en verdienen sneller duidelijkheid,” zegt Vlaams Parlementslid Gijs Degrande (N-VA) die het dossier aankaartte in het Vlaams parlement.
De timing van het onderzoek werd intussen al meerdere keren bijgesteld. Aanvankelijk werd het beschrijvend bodemonderzoek verwacht tegen eind 2024. Die deadline werd vervolgens verschoven naar het voorjaar van 2025, daarna naar het najaar van 2025, en nu opnieuw naar 1 februari 2026. Daarmee schuift het onderzoek telkens verder op, terwijl omwonenden al die tijd in onzekerheid blijven over de omvang en de gevolgen van de PFAS-verontreiniging. Volgens de minister is de recente vertraging het gevolg van strengere PFAS-toetsingswaarden die de OVAM in juli 2025 invoerde. Daardoor moesten eerder verzamelde meetresultaten opnieuw worden beoordeeld en bleek bijkomend veldwerk noodzakelijk.
Uit het oriënterend bodemonderzoek blijkt dat meerdere PFAS-normen worden overschreden, zowel in de bodem als in het grondwater. Het gaat onder meer om PFOS, PFOA en verschillende PFAS-somparameters waarvoor de bodemsaneringswaarden worden overschreden. De minister bevestigt dat er duidelijke aanwijzingen zijn van een ernstige bodemverontreiniging, maar benadrukt tegelijk dat pas na afronding van het beschrijvend bodemonderzoek een definitieve risico-inschatting kan worden gemaakt.
“Dat bijkomend technisch onderzoek nodig kan zijn, begrijpen we,” vervolgt Degrande. “Maar intussen worden er overschrijdingen vastgesteld en no-regretmaatregelen afgekondigd, terwijl bewoners nog steeds in het ongewisse blijven over de impact op lange termijn.”
Het onderzoek focust momenteel op meerdere percelen op het kanaaleiland, al kan die afbakening nog wijzigen. Voorlopig zijn er volgens de minister geen bijkomende veiligheidsmaatregelen nodig, maar die conclusie is gebaseerd op onvolledige gegevens en kan later worden bijgesteld.
“Net daarom is open en proactieve communicatie met de omwonenden en het lokaal bestuur essentieel,” besluit Degrande. “Zodra er nieuwe informatie is, moet die onmiddellijk gedeeld worden. Ik blijf dit dossier in het Vlaams Parlement nauwgezet opvolgen. De lange duur van het onderzoek mag geen excuus zijn voor stilstand wanneer het over de gezondheid van mensen gaat.”