Welke toekomst is er nog voor het Schepenhuys? Die vraagt stelt zich na de beslissing  van het Beernemse schepencollege om de dienst Toerisme uit het Schepenhuys weg te halen en de exporuimte te sluiten. De ondergrondse tentoonstellingsruimte moet binnenkort dienen als repetitielokaal voor de Oedelemse harmonie. Zij moeten op hun beurt weg uit hun huidige repetitieruimte in gemeenteschool De Notelaar. Ook de zolderverdieping de Vliering wordt uit verhuur genomen. Inwoners of verenigingen kunnen deze dus niet meer gebruiken. Daarnaast besliste het gemeentebestuur om de bibliotheekwerking af te bouwen.

Harmonie kan in gemeenteschool blijven

“De keuze om de werking van het Schepenhuys radicaal af te bouwen is niet de juiste. Integendeel, de verschillende diensten moeten elkaar versterken. Zorg voor expo’s en culturele activiteiten die de toeristische dienst ondersteunen, integreer de werking van de bibliotheek en toerisme, betrek verenigingen en inwoners bij de invulling en maak basisdienstverlening mogelijk. Op die manier wordt het Schepenhuys het kloppend hart van Oedelem. En waarom kan de harmonie voorlopig niet in de gemeenteschool blijven? Zolang het niet duidelijk is wanneer de werken starten, is er geen dringende reden voor een verhuis en kunnen we zoeken naar een duurzame oplossing”, verduidelijkt Degrande.

Maak van parochiekerk nieuw muziekcentrum

Waarom richten we niet één van de parochiekerken in als een muziekcentrum, stelt Gijs Degrande voor: “Een plek voor de harmonie, zangkoren en andere orkestjes en muziekgroepjes is toch een mooie en respectvolle invulling. Met een scheut creativiteit en beperkte middelen maak je makkelijk oefen- en zelfs concertruimte, leslokalen, berg- en vergaderlokalen mogelijk in de kerk van Oedelem of Oostveld. Momenteel loopt er overigens een onderzoekstraject naar een nieuwe of bijkomende invulling voor de parochiekerken in onze gemeente. Het conclusie- en aanbevelingsrapport over het toekomstbeeld vermeldt deze mogelijkheid expliciet voor de kerk van Oostveld. De akoestiek zit alvast een pak beter dan de ondergrondse ruimte van het Schepenhuys. En zo behouden we die voor culturele activiteiten en tentoonstellingen. Want daar is toch duidelijk ook behoefte aan.”