U bent hier
Vlaanderen investeert jaarlijks 811.000 euro in kinderopvang voor Beernem

De Vlaamse Regering heeft een belangrijke beslissing genomen over de financiering van kinderopvang in Beernem en andere lokale besturen. Op vrijdag 28 februari besliste de ministerraad om gemeenten die in de nieuwe verdeelsleutel subsidies zouden verliezen, volledig te compenseren tijdens de overgangsperiode. Hoewel Beernem aanvankelijk minder middelen verwachtte door jarenlange oversubsidiëring, krijgt de gemeente nu zelfs een extra financiële injectie.
Vlaams Parlementslid Gijs Degrande (N-VA) reageert tevreden: “De bezorgdheid over mogelijke verliezen en de kritiek op de Vlaamse Regering blijken ongegrond. Vlaanderen voorziet niet alleen voldoende middelen, maar ook een ruime overgangsperiode. Het kader is duidelijk en het is nu aan het gemeentebestuur om hier werk van te maken, zowel op korte als lange termijn.”
Concreet blijft de huidige subsidie van € 786.539 behouden tot 2031. In het nieuwe systeem, dat pas op 1 september 2026 ingaat, ontvangt Beernem € 320.167 aan basisfinanciering. Dit bedrag wordt echter volledig gecompenseerd met een extra € 466.372, aangevuld met een toegankelijkheidssubsidie van € 24.783, wat het totaal op € 811.322 brengt. Daarnaast krijgt de gemeente in 2025 een extra boostfinanciering van € 188.773 en in 2026 van € 93.113.
Ook Lien De Wispelaere (N-VA), afdelingsvoorzitter en gemeenteraadslid die kinderopvang opvolgt, kijkt vooruit: “Beernem heeft nu alle tools om een sterk opvangbeleid uit te werken. We worden 100% gecompenseerd en kunnen ervoor kiezen pas in september 2026 in te stappen in het nieuwe systeem. Tot dan blijft de huidige regeling van kracht, die zelfs voordeliger is dan voorheen. Het is aan het gemeentebestuur om verantwoordelijkheid te nemen en samen met de opvangpartners een degelijk plan op te stellen.”
De kritiek op de Vlaamse Regering was volgens N-VA Beernem dan ook voorbarig. “Beernem heeft de middelen, de tijd en de ruimte om een kwalitatief opvangbeleid te garanderen. We rekenen erop dat het gemeentebestuur deze kans niet laat liggen.”