N-VA wil opnieuw inzetten op onroerend erfgoed in Beernem. “Site van oude steenbakkerij in Oedelem omvormen tot dorpspark”.

Op 25 juli 2023, over deze onderwerpen: Erfgoed
N-VA wil opnieuw inzetten op onroerend erfgoed in Beernem.

De N-VA wil onroerend erfgoed opnieuw een prominente plaats geven in Beernem. Dat vertelt fractieleider Gijs Degrande in een dubbelinterview met Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele. Degrande: “Onze partij heeft een duidelijke visie en een pak  ideeën rond het archeologisch, bouwkundig en landschappelijk erfgoed in onze gemeente.  Zo willen we de site van de Oude Steenbakkerij omvormen tot een groen landschapspark. De werking van het Schepenhuys moeten we opnieuw versterken in plaats van het af te bouwen. In Sint-Joris moet een nieuwe fiets- en wandelverbinding langs het mooie kerkhof  het kanaal en het dorp verbinden. En ook Beverhoutsveld met haar prachtige dreven en rijke geschiedenis willen we verder ontwikkelen als hotspot in onze gemeente”.

We ontmoeten Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele en gemeenteraadslid Gijs Degrande in het Vlaams Parlement voor een uitgebreid interview rond onroerend erfgoed. Onroerend Erfgoed is de verzamelnaam voor monumenten, archeologische sites en landschappen die wel tastbaar zijn maar niet verplaatst kunnen worden. Dat we Gijs en de minister daar ontmoeten is niet toevallig.  Gijs volgt er als fractiemedewerker in het Vlaams Parlement de Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed op voor de N-VA.

Geachte minister, waarom is onroerend ergoed zo belangrijk en waarom moeten we daar als samenleving op inzetten? En hoe zien we dat vertaald in uw beleid?

Minister Matthias Diependaele: "Erfgoed ontroert en beroert. Denk aan het verhaal van Vlaanderen, de canon van Vlaanderen, maar ook alle recente debatten die er waren over erfgoed (het Vleeshuis, Lange Nelle, het Steen, …). Iedereen heeft een mening over erfgoed, maar allemaal vinden ze het belangrijk. Omdat het natuurlijk verhalen vertelt over wat onze voorouders geloofden, hoe ze werkten, waarom ze trots waren op artistieke of economische verwezenlijkingen, hoe ze samenleefden in gemeenschap, hoe ze schoonheid (of dat nu in steen, staal, hout of iets anders is) verbeeldden. Elk monument, of dat nu een gebouw, een archeologische vondst of een landschap is, getuigt van dat verhaal.

Om eigenaars te helpen met het in stand houden van beschermd erfgoed, kennen we via ons agentschap onroerend erfgoed premies toe. Het succes van die premies toont aan dat erfgoed leeft in Vlaanderen."

Lokale besturen hebben een nog belangrijkere rol gekregen en moeten voor u nog meer de motor zijn van het OE-beleid. Kunt u dat toelichten?

Minister Diependaele: “De lokale besturen staan van alle overheden het dichtst bij de burger. Omdat zij vanuit hun positie goed aanvoelen wat er leeft bij de lokale bevolking, geven we hen de mogelijkheid om als gelijkwaardige, maar ook bevoorrechte partner van het agentschap Onroerend Erfgoed keuzes te maken. We hebben hiervoor een erkenning als onroerenderfgoedgemeente ingevoerd, waarbij ze enkele belangrijke taken van het agentschap overnemen. We hebben die mogelijkheden sinds het begin van dit jaar uitgebreid."

Beernem is al enkele jaren een onroerend erfgoedgemeente. Van waar die keuze?

Gijs Degrande: "Onder impuls van mijn toenmalige collega-schepen van erfgoed Barbara Vandenbrande haalde Beernem in 2017 inderdaad de erkenning van onroerend erfgoedgemeente binnen. Beernem was 1 van de 17 eerste Vlaamse gemeenten die de erkenning van onroerenderfgoedgemeente kreeg. Iets waar we uiteraard fier op zijn. De aanvraag was een bewuste en doordachte keuze. Daarmee zeg je expliciet dat je wil inzetten op het behoud en beheer van het onroerend erfgoed. Met N-VA hebben we daarover een duidelijke visie uitgetekend. Zo maakten we werk van een erfgoedwaarderingsplan dat helpt om mensen juridisch, rechtszeker en praktisch te informeren over hun pand. Ook zorgden we voor een erfgoedpremie, namen we deel aan sensibiliseringsinitiatieven zoals OpenMonumentenDag, Week van de begraafplaatsen, Buurten met erfgoed, lezingen en tentoonstellingen. Op vlak van funerair erfgoed waren we overigens voorlopers met peterschap- en adoptieprojecten rond graven en de groene begraafparken."

Welke mogelijkheden hebben OE-gemeenten? Wat verwacht u van hen?

Minister Diependaele: "Als erkende onroerenderfgoedgemeente krijg je meer verantwoordelijkheid en ruimte om een eigen lokaal onroerenderfgoedbeleid te ontwikkelen. Zo geven onroerenderfgoedgemeenten toelatingen voor handelingen aan beschermd erfgoed waarvoor geen omgevingsvergunning vereist is en staan ze zelfs in voor handhaving wanneer eigenaars zich niet aan de voorwaarden houden. Een belangrijke taak is het inventariseren van het bouwkundig en landschappelijk erfgoed in de gemeente. Erfgoed dat door het gemeentebestuur en haar burgers gekoesterd wordt, kan men voortaan zelf op de inventaris zetten."

Wat zijn de opportuniteiten of uitdagen volgens u in Beernem? 

Gijs Degrande: "Erfgoed gaat over alles wat we overerven van vorige generaties en over wat we het bewaren waard vinden voor de volgende generaties. Eigenlijk gaat erfgoed een stuk over onszelf, over onze identiteit en dus over wie we zijn. Ik vind het belangrijk om die verbindende elementen van ons Beernems DNA te koesteren.

Om te beginnen moeten we ons erfgoed een plaats geven in onze gemeenschap. In plaats van de werking in het mooi gerestaureerde Schepenhuys af te bouwen, willen we de exporuimte terug openen en de zolderverdieping opnieuw openstellen voor onze inwoners. Zorg voor een aantrekkelijk aanbod en laat de verschillende gemeentelijke diensten hiervoor samenwerken en samensmelten. En ook bij de toekomst van onze kerken moet de gemeente een actieve rol blijven spelen. Waarom geven we onze harmonieën, muziekacademie en muzikanten geen repetitieplek in de kerk van Oedelem of van Oostveld? In Sint-Joris of de Moeder Gods zou het gemeentelijk archief kunnen worden ondergebracht.

Ook op vlak van onze begraafplaatsen willen we de draad terug oppikken. In de voormalige pastorietuin van Sint-Lambertus zou ik heel graag een uniek herdenkingsmonument zien waarop de namen gebeiteld staan van alle inwoners die ooit op de begraafplaats lagen. Dat lijkt me een warme blijk van respect zijn voor ons dorp en haar inwoners. En het mooie kerkhof rond het charmante kerkje van Sint-Joris willen we via een trap verbinden met het fiets- en wandelnetwerk langs het kanaal. Op die manier ontsluiten we terug Sint-Joris als dorp aan het kanaal. Dat zou toch prachtig zijn.

Daarnaast willen we opnieuw aanknopen met tentoonstellingen en evenementen die ons cultureel erfgoed onder de aandacht brengen. In het verlengde van de expo’s rond Wielercultuur of Cafécultuur zou een tentoonstelling over de Beernemse muziekcultuur, over onze schrijvers of culinaire tradities toch ook zeer boeiend zijn. Of over de geschiedenis van het kanaal? Of waarom niet over de eeuwenoude traditie van het steenbakken in onze regio?"

De steenbakkerij in Oedelem. Daar had je ook een duidelijke visie over?

Gijs Degrande: "Klopt. Oedelem heeft een indrukwekkende steenbakkerijgeschiedenis en dat al sinds de middeleeuwen. Op het hoogtepunt in de 19e eeuw telde Oedelem verschillende steenbakkerijen in en rond de Knesselarestraat en de Creytensstraat. De meest bekende steenbakkerij de ‘Briquetteries et Tuileries d’Oedelem’ sloot in 1968  haar deuren en daarmee stopte ook het hoofdstuk van het steenbakken in onze gemeente definitief. De machinekamer met de armgasmotor, gasogeen-installatie en dieselmotor is vandaag de laatste getuige van die eeuwenlange activiteit. Sinds jaren staat alles er te verkommeren. Dat is bijzonder jammer. Er dreigt een belangrijk stukje identiteit te verdwijnen in Oedelem."

Wat moet er volgens jou gebeuren? Hoe zie jij de toekomst dan concreet?

Gijs Degrande: "De mogelijkheden zijn enorm. De site van de Oude steenbakkerij is een fantastische groene plek aan de rand van ons dorp. Het zou een mooi dorpspark kunnen worden. De geschiedenis en traditie van het klei- en steenbakken kunnen we opnieuw zichtbaar maken door bijvoorbeeld de inbedding van de resterende elementen of de verdwenen ringoven in een landschapsarchitectuur. Het kan een uitstekende een rust- en picknickplek zijn op een knooppunt van fiets- en wandelroutes en trage wegen. Samen met het gerestaureerde Schepenhuys en het nieuwe begraafpark Sint-Lambertus vormt dat park het historische hart van ons dorp en haar geschiedenis.

De site zelf zie ik als park voor het dorp. Daarin geven we de beschermde industriële installaties een plaats. Via landschapsarchitectuur kunnen we de contouren van de oude steenbakkerij opnieuw zichtbaar maken.  De landbouwzone kan wat mij betreft behouden blijven en de vervuilde zone verderop kunnen we bebossen. Op de gemeenteraad vorig jaar stelde ik voor om de mogelijkheden en beperkingen van het gebied te onderzoeken en de opportuniteiten op vlak van erfgoed, cultuur, toerisme, mobiliteit en landschapsbeleid in kaart te brengen. Ook de eventuele sanering van de oude stortplaatste moet daarbij bekeken worden. We moeten experten samenbrengen en een haalbaarheidsstudie opmaken."

Dat is duidelijk. En wat met het beschermd monument? 

Gijs Degrande: "Daar kunnen we echt niet langer wachten. Niet alleen voor onze gemeente is de site bijzonder waardevol. Een gasmotor op zijn originele plaats met een erbij bewaarde gasgenerator blijkt ook extreem uniek. Experten vertellen mij dat er geen gelijkaardige installatie bekend is in een straal van 500 km rond Oedelem. Helaas is het beschermd monument in bijzonder slechte staat en staat het bloot aan weer en wind. Al we niet snel handelen, blijft er over vijf jaar niets meer over. Daarom drong ik er in de gemeenteraad op aan om actie te ondernemen. De gemeente is immers verantwoordelijk om toe te zien op de goede instandhouding. En als we ons als onroerenderfgoedgemeente enigszins serieus nemen, zijn we ons dat toch ook gewoon verplicht. Maar in allereerste instantie moeten we het verval stoppen. Daartoe moeten we de machines in afwachting van een herbestemming dringend overkappen."

Kent u de streek en Beernem in het bijzonder? En de steenbakkerij, dat moet u wel aanspreken?

Minister Diependaele: "De streek waartoe Beernem behoort, lag eeuwenlang mee aan de basis van de economische ontwikkeling van Vlaanderen als regio. De mooie historische kernen in en rond Brugge en de talrijke archeologische sites vertellen nog steeds het verhaal van die bloeiperiode. Zo ook de oude steenbakkerij, dat nog een laatste getuige is van de belangrijke kleiwinning in Oedelem. Inwoners van Beernem mogen gerust fier zijn op dit industrieel erfgoed als ze de Brugse hallen en het oude Sint- Janshospitaal passeren, dat nog met Oedelemse klei is gebouwd."

Heeft u nog een tip voor de minister?

Gijs Degrande: "Het Beverhoutsveld is een prachtig stukje natuur en geschiedenis en zal de minister zeker interesseren.. Op 3 mei 1382 vond er de niet beruchte Slag om het Beverhoutsveld plaats waarbij Gentse opstandelingen onder leiding van Filips van Artevelde het opnamen tegen de graaf van Vlaanderen Lodewijk II van Male. Het drevenlandschap is fenomenaal mooi. Als parel van het Brugse Ommeland is het natuurlijk heel fijn wandelen en fietsen in Beernem, Oedelem en Sint-Joris. Zeker de moeite is de fietsroute ‘Zaak De Zutter’ over de historische Moorden van Beernem of de ‘Jef Claerhout’-route. En als u Sint-Joris passeert, moet u zeker even binnenspringen in het kerkje van Sint-Joris-ten-Distel om het 15e eeuwse beeldje van Filips de Schone te bewonderen. En uiteraard niet te vergeten, zijn er de vele leuke adresjes om een hapje te eten of een frisse pint te drinken. Er is zoveel te beleven. U komt best gewoon eens op bezoek. Anders nodigen we u eens uit!?"

Minister Diependaele : Afgesproken (lacht)!

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is