N-VA wil naam van deelgemeente Sint-Joris wijzigen naar Sint-Joris-ten-Distel.

Op de gemeenteraad van 20 oktober 2022 stelde N-VA Beernem voor om de naam van deelgemeente Sint-Joris te wijzigen naar de oorspronkelijke naam Sint-Joris-ten-Distel. “Zo onderstrepen we de bijzondere geschiedenis en benadrukken we het unieke karakter van deze mooie deelgemeente”, vertelt raadslid Barbara Vandenbrande. Het voorstel van de N-VA werd echter collectief weggestemd door de raadsleden van de meerderheidspartijen.

“Door de naam van de deelgemeente te wijzigen zal het leven van de mensen niet meteen veranderen. Wel is het een blijk van erkenning van het karakter en de unieke identiteit en de erfgoedwaarde van de deelgemeente. En zo maken we de bijzondere geschiedenis van de naam Sint-Joris-ten Distel opnieuw zichtbaar”, aldus gemeenteraadslid Barbara Vandenbrande. Burgemeester Jos Sypré (CD&V) antwoordde in de gemeenteraad dat de naamswijziging een leuke suggestie was en roemde daarbij het unieke karakter van de deelgemeente. Ondanks het grote enthousiasme van Sypré stemde hij samen met alle gemeenteraadsleden van de meerderheid toch het N-VA-voorstel weg.

Sint-Joris-ten-Distel, de voorgeschiedenis

Het was Walter de Marvis, bisschop van Doornik, die in de loop van september 1242 door de streek van het historische Bulskampveld trok om er de grenzen van de parochie Sint-Joris-ten-Distel en van het Bulskampveldvast te leggen. Sint-Joris-ten-Distel werd een nieuw gestichte parochie, ontstaan uit de omringende en toen reeds bestaande parochies Beernem, Oedelem en Knesselare.

Verder blijkt dat de oorspronkelijke naam Sint-Joris-ten-Distel een combinatie is  van een lokaal toponiem met een katholieke heilige. Distel zou niet afkomstig zijn van de plant maar zou verwijzen naar een woest, onvruchtbaar gebied met de naam "Diesele" (reeds vermeld in 1242). Later is de heilige Joris toegevoegd aan de plaatsnaam (oudste vermelding in 1297).  

In de kerk van Sint-Joris bevindt zich trouwens een prachtig houten beeld dat dateert uit de tweede helft van de 15de eeuw. Het beeldje stelt Filips de Schone voor als Sint-Joris. Hij is geharnast. Op het harnas zijn de ketting van het Gulden Vlies en het Bourgondische Sint-Andrieskruis te zien. Historisch onderzoek bevestigt het unieke karakter van het beeld. In het bijzonder de distels onder de draak illustreren de eeuwenoude band tussen de distel en het dorp.