U bent hier
Een nationaal park in Beernem? Opiniestuk door Lode Vanneste
Komt er binnenkort een nationaal park in Beernem? Het kan zeker want de jongerenafdeling van de N-VA lanceerde onlangs de opmerkelijke oproep om meerdere parken in Vlaanderen de status van nationaal park te geven. Voor wie het geluk had om een rondreis te maken in de Verenigde Staten zal deze term niet onbekend klinken. En ook voor wie de strapatsen van Donald Trump op de voet volgt, zal er een belletje rinkelen. In december 2017 raakte bekend dat de president twee nationale parken in Utah drastisch wil inkrimpen. Volgens Trump zou de overheid teveel land in beslag nemen en moet openbare grond weer dienen voor openbaar gebruik. Lees: de grond moet gaan naar prospectoren van gas, olie en mineralen. Milieubeschermers stellen dat Trump vanuit ecologisch standpunt een monumentale blunder begaat. Ook afgevaardigden van de vijf indianenstammen in Bear Ears kondigden aan dat ze de regering Trump gerechtelijk zullen vervolgen. In deze beschermde gebieden bevinden zich namelijk de prachtige dieprode canyons en in de rotsen ervan bevinden zich de oude indianennederzettingen. Het gaat met andere woorden om een gebied met een enorme toeristische en culturele waarde.
Het stelt tot nadenken dat Trump deze parken wil inkrimpen. Het was precies in de Verenigde Staten dat in 1870 het idee van een nationaal park ontstond met de oprichting van Yellowstone National Park, een waardevol gebied met geisers en bizons. Het zou later als voorbeeld gelden voor honderden andere nationale parken in de rest van de wereld. Achterliggende idee was dat de nationale parken geheel volgens de democratische traditie van de VS voor iedereen toegankelijk dienden te blijven. En in tegenstelling tot de klassieke stadsparken moest het menselijk ingrijpen in een nationaal park tot een minimum beperkt blijven.
Ondertussen zijn er in de VS 57 nationale parken en honderden andere parken in de rest van de wereld maar toch is het niet altijd duidelijk wat de betekenis ervan is. In de meeste parken was het de bedoeling om recreatie te bevorderen, fauna en flora te beschermen en de nationale identiteit uit te drukken. Gelukkig zorgde de IUCN, de internationale natuurbeschermingsorganisatie in 1969 voor een duidelijke definitie: een nationaal park is een natuurgebied met een aaneengesloten oppervlakte van aanzienlijke omvang dat beschermd wordt en waarvoor de hoogste autoriteit in een land zich verantwoordelijk voelt. Daarbij is natuurbehoud de hoofdfunctie maar is recreatief medegebruik mogelijk zolang het de natuur en landschap geen schade berokkent. Deze definitie is nadien verschillende keren aangepast en ook de verscheidenheid aan parken blijft nog steeds groot.
Momenteel is er in ons land één nationaal park dat zich in de provincie Limburg bevindt. Het was de Vlaamse Regering die in 1998 die de opdracht gaf aan het Regionaal Landschap Kempen en Maasland voor het opzetten van het Nationale Park Hoge Kempen. Het omvat een gebied van 5750 hectare van overwegend bos- en heidegebieden. Het was de bedoeling dat het park na de mijnsluitingen in Limburg opnieuw werk zou creëren door de economische ontwikkeling ervan in een toeristische richting te brengen. In 2006 werd het park feestelijk geopend voor het publiek en het zou uitgroeien tot een gigantisch succes.
Het park bevindt zich in verschillende gemeentes en bevat naast uitgestrekte bospercelen ook bestaande beschermde natuurgebieden. De Vlaamse Overheid kocht verschillende gronden op en slaagde erin het gigantische gebied door diverse, andere ingrepen te ontsnipperen. Ondertussen heeft de Vlaamse Overheid 85 % van het hele gebied in haar bezit. Binnen de grenzen van het park bevinden zich nog een industrieterrein en enkele bewoonde en zonevreemde gebouwen maar de Vlaamse overheid heeft de intentie om ook die gronden op te kopen en te integreren in het nationaal park. Hoewel het park over verschillende gemeentes loopt, wordt alles als één geheel gepresenteerd aan het publiek. Er zijn zes gemeentes die een toegangspoort hebben die een aspect van het nationaal park toelicht. Er zijn maar liefst 200 kilometer wandelpaden en er zijn 40 wandelingen uitgewerkt die variëren van 3 tot 14 kilometer. Daarnaast zijn er verschillende fietspaden en er is een netwerk van 140 kilometer meestal onverharde ruiter- en menpaden.
Het park, waar ecologie en economie naadloos samengaan, is een echt succesverhaal. Volgens de Nederlandse sociaal geograaf Tom Bade schiep het Park 5100 arbeidsplaatsen en bedraagt de jaarlijkse omzet 191 miljoen euro, goed voor 13 miljoen euro aan belastingsinkomsten. De 40 miljoen euro die de Vlaamse Overheid investeerde werden zo in drie jaar terugverdiend! Het park telt jaarlijks 700 000 bezoekers en draagt zo niet alleen bij aan de biodiversiteit maar ook aan het welzijn en de gezondheid van de omwonenden. De negen betrokken gemeentebesturen, de provincie Limburg en de Vlaamse Overheid hebben in 2012 trouwens een intentieverklaring getekend om de kandidatuur van het Nationaal Park Hoge Kempen voor erkenning als UNESO werelderfgoed te ondersteunen.
Tot op heden is het Nationaal Park Hoge Kempen het enige nationale park in Vlaanderen terwijl er in Nederland maar liefst twintig zijn!. We hebben dus duidelijk een achterstand in te halen en daarom lanceerde Jong N-VA in september 2017 het idee om meer gebieden als nationaal park te erkennen. Een van de gebieden die naar voor werd geschoven was Bulskampveld. Het domein telt maar liefst 90 km² en door het reeds bestaande natuurbeheer en recreatief gebruik voldoet het aan de criteria om als nationaal park te erkennen. Net als in Limburg is het Landschapspark Bulskampveld zeer versnipperd: het strekt zich uit over Beernem, Oostkamp, Ruiselede, Wingene en Aalter. Samen met de provincies Oost- en West-Vlaanderen, de Vlaamse Landmaatschappij, het Agentschap voor Natuur en Bos, Westtoer, Toerisme Oost-Vlaaderen, Regionaal Landschap Houtland en Natuurpunt zetten zij het Bulskampveld op de toeristisch-recreatieve kaart. Net als in Limburg bestaat Bulskampveld op bestaande clusters van natuurgebieden en groene zones. Die zouden volgens Jong N-VA kunnen aangesloten worden tot grotere gehelen door net als in Limburg op termijn eventuele tussenliggende gronden te komen die nu een andere bestemming hebben. Die aankoop kan gefinancierd worden met het geld uit het boscompensatiefonds dat nu meer 7 miljoen euro ter beschikking heeft.
In november 2017 verscheen er in een regionaal dagblad het nieuws dat er een werkgroep was opgericht die als doel had om Bulskampveld als nationaal park te laten erkennen. Het zou de provincie West-Vlaanderen zijn die hiervoor het iniatief nam. Jabbekenaar Tijl Waelput die voor N-VA in de provincieraad zetelt, vroeg daarom op de daaropvolgende provincieraadszitting naar de stand van zaken. Waelput was maar wat verwonderd dat de gedeputeerde de juistheid van dit bericht ontkende en expliciet zei dat de provincie niet de ambitie heeft om nationale parken in onze provincie te laten erkennen. Een heel vreemde wending in het verhaal waarbij het niet duidelijk is wat de achterliggende redenen zijn. Heeft de provincie schrik dat de Vlaamse Overheid het beheer van Bulskampveld overneemt waardoor zij een stuk bevoegdheid zullen verliezen? Zijn er bepaalde belangengroepen of mensen die vrezen dat er beperkingen zouden komen op hun activiteiten in het gebied? Jammer want het is duidelijk dat de titel van “nationaal park” een sterke troef is voor de toeristische ontwikkeling van het Brugse Ommeland waarvan ook Beernem toebehoort. En minstens even belangrijk: houden we van onze gemeente, dan betekent dat dat we ook houden van de Beernemse natuur en dat we die willen bewaren voor de toekomst. In navolging van Jong N-VA en provincieraadslid Tijl Waelput pleitte ik op mijn beurt tijdens de gemeenteraad van 14 december 2017 ervoor dat Bulskampveld op termijn een nationaal park wordt. Het blijft koffiedik kijken wat de toekomst voor het landschapspark brengt maar de geest is alvast uit de fles!
Lode Vanneste is gemeenteraadslid voor N-VA Beernem