U bent hier
N-VA doet klimaat-voorzet

Klimaat staat dezer dagen hoog op de agenda. En dat is terecht. Het is altijd een positief wanneer jongeren zich betrokken voelen en hun stem laten horen. Uiteraard is het goed dat zij aandacht vragen voor klimaatverandering en de noodzaak om die te stoppen. De klimaatuitdagingen moeten worden aangepakt. Daar is iedereen het over eens. Concrete antwoorden vind je volgens N-VA-fractieleider Gijs Degrande evenwel niet in slogans maar in realistische oplossingen. Hij schuift zes concrete acties naar voor. ‘Onze jongeren willen een maatschappelijk debat en dat mogen we niet uit de weg gaan. Maar zo’n debat vraagt ook de nodige omzichtigheid. Duiding is bijzonder belangrijk. Een goed debat moet doordacht gebeuren, onderbouwd, op basis van goed cijfermateriaal en wetenschappelijk onderzoek. We moeten voorbij de slogans. Zeker als we zien dat ook jonge kinderen, zelfs uit de lagere en kleuterschool, betrokken worden.’
Minder CO2
Dé doelstelling is uiteraard het terugdringen van de CO2-uitstoot. In dat opzicht is het belangrijk om het onderscheid te maken tussen milieu en klimaat. Meer zelfs, vaak wordt vergeten de kanttekening te maken dat beide doelstellingen als eens tegengesteld kunnen zijn. Denken we aan de papieren en de plastic zak. Degrande: ‘Oplossingen moeten een maximaal resultaat voor ogen hebben en rekening houden met de betaalbaarheid, voor iedereen, voor elk van ons maar ook voor de maatschappij als geheel én op lange termijn. Die oplossingen zullen we vinden door nog meer in te zetten op innovatie en nieuwe technologieën. Door juiste keuzes te maken.‘
Think global, act local
Elk beleidsniveau heeft haar eigen hefbomen, uitdagingen en doelstellingen. ‘Ook lokaal moeten we onze verantwoordelijkheid nemen en dat op die thema’s waar we kunnen handelen. En dan gaat het niet over kernenergie, gascentrales, of andere. Daar hebben wij niets over te zeggen. Toch niet in hoedanigheid als gemeenteraad of als schepencollege. De focus van het lokale klimaatdebat ligt op het klimaat. Het gaat dus niet over zwerfvuil waar iedereen een hekel aan heeft. Het gaat ook niet over waterzuivering en -rioleringen, over recyclage of kringloop maar wel over de concrete vraag ‘Hoe kunnen we als lokaal bestuur de CO2-uitstoot beperken en liefst terugdringen?’ Maar ook: ‘Hoe vangen we de gevolgen van die klimaatverandering op?’.’
Ecorealisme
Met N-VA doen we niet mee aan de klassieke lippendienst en willen we verder gaan dan het formuleren van vage doelstellingen of losse acties. We willen – zoals de jongeren vragen – concreet aan de slag te gaan en schuiven met N-VA alvast zes concrete actiepunten naar voor. Zes terreinen waar wij als lokaal bestuur wél bevoegd voor zijn en waar we dus zinvol en concreet aan de slag kunnen én – wat ons betreft – moeten.
Deze voorstellen zijn niet nieuw want waren al terug te vinden in het N-VA-verkiezingsprogramma van oktober 2018.
- Een hitte- en droogteplan: We moeten Beernem voorbereiden op meer extreme weersfenomenen zoals droogte en hittegolven. Hoe gaan we als bestuur om met extreme droogte, warme zomers enz. Hoe gaan we om met ons watergebruik bij het beheer van ons openbaar domein, van onze sportterreinen enz. Maar ook welke maatregelen nemen we in kader van gezondheidszorg, bv naar oudere inwoners?
- Een groen wagenpark: Het gemeentelijk wagenpark moet groen. De vorige legislatuur werkten we een gedetailleerd onderhouds- en investeringsplan uit voor de gemeentelijke voertuigen. Daarin ontwikkelen we een langetermijnvisie voor ons wagenpark waarbij nieuwe voertuigen groen moeten zijn. Dat plan moeten we onverkort uitvoeren.
- Minder verharding en meer groen: De N-VA wil meer kwaliteitsvol groen te voorzien in nieuwe projecten, de realisatie van de groene verbindingen tussen onze woonkernen enz. De N-VA wil voldoende natuurlijk groen in iedere buurt. Met het gemeentelijk groenbeleid zorgen we voor een groene dooradering van onze woonbuurten. We versterken natuurverweving en verbinden de versnipperde groengebieden. Zowel op project- als op gemeenteniveau voorzien we groene verbindingen, ‘landschapsvingers’ waarin trage verbindingen en doorsteken voor voetgangers en fietsers geïntegreerd kunnen worden.
- Inzetten op renovatie: De meest groene energie is de energie die je niet verbruikt. Alle woonactoren werken mee aan de uitvoering van de 2020 doelstellingen. We werken eerst de lopende sociale huisvestingsprojecten af, starten voorlopig geen nieuwe projecten maar zetten in op een grondige renovatie van het bestaande patrimonium.
- Minder zwaar verkeer in onze woonkernen: Minder zwaar verkeer betekent ook minder files en dus ook minder uitstoot. Daarbij maken we onderscheid tussen doorgaand en bestemmingsverkeer. Zwaar verkeer dat niet in onze dorpskern moet zijn, weren we maximaal uit de centra. Dat doen we met slimme camera’s. Handhaving mag dan ook niet achterwege blijven. Een nieuwe ontsluitingsweg vanaf de E40 zorgt voor een betere verkeersveiligheid en leefbaarheid en vermijdt onnodige fileleed en luchtverontreiniging vermijdt. Beernem en Vlaanderen slaan hiervoor de handen in elkaar. Met de natuurverenigingen en agentschappen sluiten we daarnaast een groot natuurpact waarbij we eventuele gebruikte groene ruimte ruimschoots te compenseren. We investeren zo in bijkomend natuurgebied in onze gemeente, net zoals dat het gebeurde bij de aanleg van het 3e en 4e spoor.
- Duurzame landbouw: In strategische landbouwzones voeren we een actief grondbeleid, zodat het landbouwgebruik niet in het gedrang komt door allerlei nieuwe ontwikkelingen. Grootschalige industriële veestallen moet men voorzien van groenbuffers en samenbrengen in de buurt van industriegebieden – dit om het open landbouwlandschap te vrijwaren en om geurhinder in landelijke woonwijken te beperken. We vermijden een verdere aangroei van de varkens- en veestapel te Beernem. Nieuwe grote veestallen krijgen enkel nog vergunning wanneer ze CO2-efficiënter zijn, andere vergunnen we niet.