Speech door Eerste Schepen Gijs Degrande nav de feestdag van onze Vlaamse Gemeenschap

Op 12 juli 2013

 

Gisterenavond werden de festiviteiten in onze gemeente rond de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap  op gang geschoten met een organisatie van het Elf Juli- omité.  Dit gebeurde met een voordracht door gastspreker  Tineke Beeckman (VUB) en  met de Nederlandstalige luisterliefdjes van BonBonne Gaas.  Ook Eerste Schepen en tevens schepen van Cultuur Gijs Degrande (N-VA) nam het woord aan het begin van de avond.  Z'n speech kun je hier integraal nalezen. 

 

 

Dames en heren,

Beste vrienden,

Dat ik u hier vandaag als schepen van Cultuur mag toespreken op onze Vlaamse Feestdag doet mij niet alleen bijzonder veel plezier maar is voor mij persoonlijk een bijzonder moment.

Wij zijn hier samen dankzij één man: Hendrik Conscience. Zelfs al worden zijn boeken niet meer gelezen: zolang een Vlaming leeft, zal Conscience in ons geheugen gegrift staan.

Omdat hij met zijn volkse boeken de ongeletterde Vlamingen aanzette om te leren lezen, en zo de sociale ontvoogding op gang trok. Maar meer nog omdat Conscience met 'De Leeuw van Vlaanderen' de Vlaamse gemeenschap de symbolen gaf waarmee die zich kon verbeelden. Dankzij dat boek is onze officiële feestdag 11 juli, onze vlag de Vlaamse Leeuw en ons volkslied 'De Vlaamse Leeuw'.

 

Nu zijn er mensen die zeggen het net daarom onzin is. Dat het flauwekul is. Want wat 711 jaren geleden gebeurde heeft niets met het hedendaagse Vlaanderen te maken. Het was een veldslag zoals er in Vlaanderen honderden hebben plaatsgevonden.

Daar zou ik toch een opmerking bij willen maken. Conscience wilde geen objectief verslag van de Guldensporenslag schrijven. Hij had een ander doel. Toen Consciensce zijn roman in de 19de eeuw schreef, heerste er in Vlaanderen bittere armoede. De Vlamingen hadden honger, amper werk, geen rechten en werden gedomineerd door een Franstalige elite.

Het was voor die arme Vlamingen dat Conscience 'De Leeuw van Vlaanderen' schreef. Hij wilde geen Vlaamse identiteit oproepen maar de Belgische identiteit verbeteren door ‐ via de geschiedenis ‐ aan te tonen dat België niet enkel Franstalig was, maar ook Nederlandstalig. Had men toen naar Conscience geluisterd, dan had België er vandaag helemaal anders uitgezien.

Conscience bood met de symboliek van zijn boek het instrument aan waarmee die ontvoogdingsstrijd een gezicht kreeg. Net daarom heeft 11 juli een grote waarde. De man of vrouw die over 100 jaar op deze plaats zal staan, zal over een ander Vlaanderen spreken. Een Vlaanderen dat wij misschien niet meer zullen herkennen. Net zoals wij ons nog maar weinig kunnen voorstellen van het Vlaanderen van Conscience. Of van het Vlaanderen van 1302. Vlaanderen verandert constant.

En dat is de werkelijke betekenis van 11 juli. Niet de herdenking van een middeleeuwse veldslag. Niet de herinnering van roemrijke heldendaden of het aangedane leed van het Vlaamse volk. Wij zijn hier, in de woorden van Conscience, om te gedenken en te vieren wat Vlaanderen eertijds was, wat het nu is en wat het eens zal worden.

 

Elf juli is het moment om eens stil te staan bij onze gemeenschap. Om eens na te denken over ons sociale weefsel. Een gemeenschap is immers meer dan een opstelsom van individuen.  In het gemeenschapsleven beseffen we dat we anderen nodig hebben om onze doelen te realiseren. Het is in het sociale weefsel, dat we leren dat ons belang niet ondergeschikt is aan het algemeen belang, maar er een onlosmakelijk deel van uitmaakt.

Daarom zijn verenigingen, in de meest uiteenlopende vormen, de scholen van democratie. Overal waar mensen zich verenigen moeten we standpunten innemen en deze beargumenteren, met elkaar in discussie treden, overleg plegen, een consensus vinden en finaal een beslissing nemen. Of dat nu in een gezin, een buurtcomité, een wijkwerking, een sportvereniging, een jeugdbeweging, een school of een vriendengroep is, overal worden we opgeleid om deel te nemen aan de democratie. De democratie ontstaat niet enkel uit grote, abstracte politieke vraagstukken, maar evenzeer uit kleine, alledaagse problemen.

Daarom is 11 juli ook een moment om allen te bedanken die onze gemeenschap van onderuit opbouwen. Onze jeugdbewegingen, onze verenigingen, onze ondernemers, onze  leraren en ga zo maar door. Zij zijn degene die onze gemeenschap maken, en zij zijn het fundament van onze  democratie. Onze gastspreker van vanavond Tinneke Beeckman zal u hier ongetwijfeld veel meer over kunnen vertellen.

 

Mijn toespraak laat misschien het tegendeel vermoeden, maar 11 juli is geen dag van saaie politieke speeches, maar wel een dag om te feesten en te genieten! Vlaanderen Feest moet in de eerste plaats een echt volksfeest worden voor al onze inwoners, jong en oud. En dat doen we in Beernem hier vandaag, straks met Bonbonne Gaas, morgen met het Zesde Metaal en zaterdag op Ka-Boem, de speelmiddag hier buiten aan het OC.

Daarnaast doet het mij ook bijzonder veel plezier te zien dat er naast het 'officiële' programma georganiseerd door het gemeentebestuur en het 11 juli‐comité dezer dagen overal in onze gemeente burgers zelf initiatieven nemen om dit feest van de Vlaamse Gemeenschap samen met hun buren, met hun vereniging, met hun buurtcomité te vieren.  Het is het beste antwoord op het individualisme in onze samenleving, dat nog altijd toeneemt. Maar duidelijk niet vandaag! En niet in Beernem!

Het bloeiende verenigings- en gemeenschapsleven in onze gemeente bewijst trouwens elke dag dat wij ons op dit vlak nog niet te veel zorgen moeten maken. Vandaag is het niet alleen het feest van de Vlaamse Gemeenschap, of het feest van het gemeentebestuur, het is zowel mijn feest als uw feest.

Kortom, vandaag is het ons feest!

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is