U bent hier
Openingswoord Barbara Vandenbrande bij de tentoonstelling 'Marcel Matthijs'
In het Schepenhuys te Oedelem loopt momenteel de tentoonstelling 'Marcel Matthijs'. Matthijs was niet de eerste de beste. Hij werd geboren op 1 januari 1899, was autodidact en werd schrijver van sociaal realistische en naturalistische romans. In 1933 publiceerde hij zijn bekendste roman ‘De Ruitentikker’ en in de Tweede Wereldoorlog was hij oorlogsburgemeester van Oedelem.
Geachte burgemeester, collega schepenen, gemeenteraadsleden,
Geachte genodigden en mensen van de pers,
Beste familie Mathijs,
Van harte welkom op de opening van de tentoonstelling Marcel Matthijs
Ik heb de man nooit persoonlijk kunnen ontmoeten en dus moest ik gaan grasduinen in bestaande literatuur. Ter voorbereiding heb ik een deel van de Ruitentikker gelezen. Het viel mij bijzonder op hoe hedendaags zijn taalgebruik nog wel is. Dit zijn enkele van zijn meest bekende werken: Grauwvuur, de ruitentikker, Doppen , Schaduw over Brugge, de gouden Vogel, Menschen in de strijd en Het spook op zolder beter bekend als het theaterstuk “Filomeentje” …
Marcel Matthijs werd geboren op 11 januari 1899 te Oedelem, als vijfde in een gezin van acht. Hij volgde alleen lager onderwijs en oefende daarna verschillende beroepen uit. Doorheen zijn levensloop blijkt welke ijzersterke wil de man heeft gestuwd, van eenvoudige arbeider tot welstellend burger.
Door lectuur en zelfstudie begon hij op 19-jarige leeftijd te publiceren.
Hij huwde met Eveline De Lille die hem zijn leven lang trouw steunde ook in heel moeilijke na-oorlogse omstandigheden. Het koppel kreeg 2 kinderen: een zoon en een dochter. Hij was oorlogsburgemeester van 1941-1944. Hij overleed op 30 augustus 1964. De Vlaamse toeristenbond schonk hem een grafgedenkteken en vroeg toen aan het gemeentebestuur om het in bescherming te nemen en goede zorg voor te dragen. 50 jaar na datum beloven wij dat zijn graf een pareltje zal worden in ons funerair erfgoed en de goede zorg altijd gewaarborgd zal blijven.
Marcel Mathijs was niet alleen Oedelemnaar, maar ook een bewuste Vlaming, een uitzonderlijk mens,door de gaven van zijn karakter, van zijn geest en vooral van zijn hart was hij begaan met het lot van de kleine man met wie hij een groot stuk van zijn leven deelde alsook met het Vlaamse volk
Vandaar dat zijn personages de eeuwige strijd voeren met een onrechtvaardige maatschappij, verdrukking en armoede maar ook de innerlijke twijfel hoe te overleven. Zijn oeuvre getuigt van een nog steeds bijzonder tijdloos thema.
Het is dan ook bijzonder jammer dat zijn naam bewust is weggedeemsterd uit de Vlaamse literaire top van schrijvers. Ik was dan ook aangenaam verrast toen mijn collega-schepen Gijs Degrande mij het boek “De stekelige jaren” net van de drukpers in handen stopte. Het boek behandelt literatuur en politiek in Vlaanderen van 1929 tot 1944 en waarin een volledig hoofdstuk wordt gewijd aan Marcel Mathijs.
Ter afsluiting citeer ik een passage uit het boek: van de auteur Jan Lensen. “ Mathijs’ oeuvre is in vele opzichten een staalkaart van de ideologische spanningen die Vlaanderen tijdens het interbellum en de 2de wereldoorlog beheersten: de moeilijke strijd van het proletariaat tegen de uitbuiting van de hogere klassen, het conflict tussen idealisme en de vaak onbuigzame realiteit en het Vlaams-nationalisme.
Toch wil ik betogen dat Mathijs’oeuvre , hoewel geruggesteund door een sterk engagement voor sociale en politieke problemen, in de eerste plaats een psychologisch laboratorium vormt, waarin het individu telkens weer onderworpen wordt aan omstandigheden die het ontstijgen.
Tot slot wil ik nog de heemkring Bos en Beverveld van harte bedanken voor hun inzet en medewerking aan deze tentoonstelling alsook de culturele dienst van Beernem. Oedelem heeft 2 grote literaire schrijvers gehad op zijn grondgebied: Marcel Mathijs en Norbert Fonteyne , misschien moeten we eens uitkijken naar een uitgave van hun werken zodat zij in de geschiedenis van Beernem blijven herinnerd worden.